"Ik kan de nieuwe Deschacht worden": Heeft Andy Najar reden tot spreken? Ja ... en Neen!
"Misschien ben ik de nieuwe Olivier Deschacht en blijf ik hier ook wel vijftien jaar", aldus Andy Najar woensdag in een interview. Dat hij een overlever is bij RSC Anderlecht is stilaan duidelijk, maar kan hij ook helemaal in de voetsporen treden van dat andere icoon?
Behrang Safari sprak met de pers in aanloop van het duel tussen Malmö en KRC Genk en kwam ook tot de conclusie dat uit zijn periode (2011-2013) enkel Andy Najar nog op Neerpede rondloopt. Alle anderen - inclusief Deschacht recentelijk - zijn ondertussen vertrokken.
Het maakt van Najar de absolute overlever. "Misschien kan ik wel de nieuwe Deschacht worden", aldus de rechtsachter. Een ding heeft hij alvast mee van Deschacht: zijn overlevingsdrang. Elk jaar opnieuw krijgt Najar er concurrenten bij, toch blijft hij steevast meedraaien bij RSCA.
Troef: polyvalentie
Najar stond al rechtsbuiten, rechts op het middenveld en rechtsachter de voorbije seizoenen bij RSC Anderlecht en kan ook in diverse systemen van waarde zijn voor paars-wit. Dit seizoen pikkelde hij zelfs al bij als centrale verdediger in het systeem van Vanhaezebrouck.
Het maakt hem - net als Olivier Deschacht in het verleden - een onmisbare pion in het radarwerk van een grote club, waar je ook al eens moet kunnen bijspringen op een plek die niet meteen de jouwe is van opleiding.
Valkuil: blessuregevoeligheid
Dat Najar misschien zijn hele carrière bij RSC Anderlecht zal blijven? Het zou zomaar kunnen, want de Hondurees voelt er zich goed en is er gewaardeerd - ook door de supporters. Maar of hij ook aan 600 wedstrijden in het paars-witte shirt zal raken?
Dat lijkt moeilijker te gaan worden. Met knieblessures, kruisbandblessures, bovenbeenblessures en hamstringblessures bij elkaar geteld miste hij al minstens 78 wedstrijden voor Anderlecht. Daardoor zit hij - weliswaar op zijn 25e - nog maar aan 137 wedstrijden in het paars-witte shirt.
Manuel Gonzalez