De Nederlandse voorgangers van Frenkie De Jong bij FC Barcelona: een overzicht
FC Barcelona heeft doorheen de jaren heel wat Nederlanders op de loonlijst gehad, negentien om precies te zijn, en met Frenkie De Jong komt daar binnenkort een twintigste bij. Wie waren zijn meest succesvolle voorgangers?
Johan Cruijff
Met stip op nummer 1. De Nederlander werd een legende bij de Catalaanse club -als speler én als trainer- en zijn erfenis was bijzonder groot. Hij scoorde 47 keer voor FCB en won de titel en de beker in Spanje.
Hij bleef na zijn trainerscarrière nog jarenlang adviseur bij de club en toen de flegmatieke Nederlander in 2016 stierf, was de club in grote rouw.
Minder succesvol
Als we naar de laatste Noorderburen die het bij Barcelona probeerden gaan kijken was het misschien niet de meest wijze beslissing van De Jong. Cillessen, die ook van Ajax kwam, zit aan de bank vastgekluisterd en Ibrahim Affelay kon ook nooit echt doorbreken in Spanje.
Topscorer
Patrick Kluivert speelde in totaal 182 partijen voor de ‘Blaugrana’ en scoorde daarin maar liefst 89 goals. Dat is er net niet eentje om de twee duels. Barça betaalde destijds zo’n 20 miljoen euro voor de spits en hij was er zes jaar actief. Veel goals maakte de Nederlander er wel, maar de trofeeënoogst was aan de magere kant. Geen Champions League en één titel.
Libero
Ronald Koeman verbleef ook zes jaar bij de club, maar zijn statistieken en prijzenoogstwas wel iets indrukwekkender. Als libero scoorde hij 67 goals in 192 wedstrijden en in tegenstelling tot Kluivert pakte hij wel de Champions League (1992). Bovendien kroonde Barça zich met hem in de rangen ook vier keer op rij tot landskampioen (1991-1994).
Cocu
Maar de Nederlander met de meeste matchen achter zijn naam voor de Catalaanse club is Phillip Cocu. Hij mocht opdraven in 205 partijen, waarvan hij er in 201 mocht starten, en daar werden er 108 van gewonnen. De middenvelder scoorde 31 keer voor Barcelona.
Eervolle vermeldingen
Niet opgesomd in bovenstaand lijstje, maar ook een verdienstelijke periode bij Barcelona achter de rug: Giovanni van Bronckhorst, Marc Overmars, Frank De Boer, Michael Reiziger en Johan Neeskens.
Hannes Van Gael