Twee Belgische clubs in de poulefase van de Champions League: het zou niet de eerste keer zijn
Club Brugge staat op 90 (of 120) minuten van de poulefase van de Champions League. Het zou een mooie verwezenlijking zijn in het nog maar prille seizoen. Als het zover komt hebben we voor het eerst sinds lang nog eens twee Belgische ploegen in de groepsfase van de Champions League.
2002-2003: Racing Genk en Club Brugge
Racing Genk moest één voorronde spelen: ze klopten Sparta Praag en plaatsten zich zo voor de groepsfase. Racing Genk belandde in een zware poule met Real Madrid, AS Roma en AEK Athene. Het incasseerde een zware 6-0 nederlaag in Bernabeu, maar thuis hielden ze Real Madrid met onder meer Figo, Roberto Carlos, Guti en Morientes in de ploeg in bedwang: het werd 1-1. Wesley Sonck scoorde voor Genk.
Genk behaalde in totaal vier punten na evenveel gelijke spelen, waardoor ze op een vierde plaats eindigden. Ze speelden verre van onaardig, maar toch overheerste het gevoel dat er meer inzat.
Club Brugge moest twee voorrondes overleven. Dinamo Boekarest werd simpel opzijgezet na een 3-1 en 1-0 overwinning. In de laatste voorronde wachtte er een taaiere brok: Shaktar Donetsk. Het werd tweemaal 1-1, maar uiteindelijk won Club Brugge in de penaltyreeks.
Club belandde zo in een poule met Barcelona, Lokomotiv Moskou en Galatasaray. Barcelona was een klasse te sterk: ze haalden 18 op 18. Club Brugge eindigde op een derde plaats met vijf punten. Ze speelden 0-0 gelijk tegen Lokomotiv Moskou (thuis) en Galatasaray (uit). De thuiswedstrijd tegen de Turken leverde een 3-1 overwinning op na doelpunten van Birger Maertens (foto), Gert Verheyen (foto) en Bengt Saeternes.
2003-2004: Anderlecht en Club Brugge
Anderlecht had twee voorrondes voor de boeg: eerst ging Rapid Boekarest voor de bijl en in de laatste voorronde was RSCA twee keer de meerdere van het Poolse Wisla Krakau. Anderlecht kwam in groep A uit tegen Lyon, Bayern Munchen en Celtic. Een mooie, maar loodzware loting voor paars-wit. Ze haalden in deze groep toch zeven punten, maar eindigden alsnog op de vierde plaats. Alle punten werden in eigen huis behaald: 1-1 tegen Bayern Munchen (doelpunt Ivica Mornar (foto)) , 1-0 winst tegen Celtic (doelpunt Aruna Dindane (foto), Anderlecht speelde meer dan een uur met tien spelers na de rode kaart Glen De Boeck) en 1-0 winst tegen Olympique Lyon (doelpunt Hannu Tihinen).
Club Brugge moest voorbij het Borussia Dortmund van onder andere Jan Koller en Tomas Rosicky geraken om zich te plaatsen. In Jan Breydel werd het 2-1 voor Club. In Dortmund werd het een legendarische avond voor Club en doelman Tomislav Butina (foto): 2-1 verlies, maar uiteindelijk was Club weer de sterkste in de strafschoppen.
Club Brugge behaalde in een poule met AC Milaan, Celta De Vigo en Ajax acht punten. Ze strandden hiermee op de derde plaats, voor Ajax. Vooral de 0-1 zege in San Siro (het knappe doelpunt van Andres Mendoza en tal van schitterende reddingen van Dany Verlinden) staat in het collectieve geheugen gegrift. Ook thuis tegen Ajax behaalde Club een knappe overwinning. Het werd 2-1 na doelpunten van de Noren Rune Lange en Bengt Saeternes. Voor Ajax scoorde Wesley Sonck vanaf 11 meter.
2005-2006: Anderlecht en Club Brugge
Anderlecht moest twee kwalificatierondes spelen: ze schakelden relatief eenvoudig Neftchi Bakoe en Slavia Praag uit. Voor paars-wit werd het een Europese campagne om snel te vergeten. In een poule met Liverpool, Chelsea en Real Betis werd Anderlecht kansloos laatste met drie punten. Het was pas op de zesde en laatste speeldag dat Anderlecht voor het eerst wist te scoren en punten kon pakken: het werd in Sevilla 0-1 na een doelpunt van Vincent Kompany.
Club Brugge nam het op tegen het Noorse Valerengen. Ook deze keer wist Club zich voor de poules te kwalificeren... na strafschoppen. Club kwam in een poule terecht met Juventus, Bayern Munchen en Rapid Wien. De Oostenrijkers bleken het zwakke broertje van de groep en behaalden geen enkel punt. Club eindigde op een derde plaats: ze wonnen tweemaal tegen Rapid Wien en raapten thuis een punt tegen Bayern Munchen. Maar de Duitse recordkampioen en Juventus bleken een maatje te groot.
Dennis Rosiers