Genk is de braafste ploeg, Engels cliché lijkt te kloppen en Antwerp vaakst op de bon van de top-6
Voetbalobservatorium CIES ging op zoek naar de meest agressieve competities, met andere woorden de kampioenschappen waar de meeste kaarten vallen. België doet het op dat vlak goed en de Zuid- en Centraal-Amerikaanse landen heersen wat kaarten betreft.
CIES berekende het gemiddelde aantal gele en rode kaarten per competitiematch en telde die bij elkaar op. Tussen geel en rood werd geen onderscheid gemaakt. Het gaat om wedstrijden in het seizoen 2019/20 tot en met 17 februari. De studie legde enkele geografische verschillen bloot.
In de top-10 vinden we maar liefst acht landen uit Latijns-Amerika terug. In Bolivia tast de ref gemiddeld zeven (7,01) keer per wedstrijd naar zijn broek-of borstzak voor een stukje karton. De hele top-5 is zelfs Amerikaans: Uruguay (6,61), Guatemala (6,44), El Salvador (6,42) en Colombia (6,42). Oekraïne (6,19) en Italië (5,82) zijn met hun zesde en tiende plaats de vreemde eenden in de bijt.
'In Engeland laten de refs meer toe'
Ook het cliché van de Engelse competitie, ‘de refs laten meer toe’, lijkt te kloppen. Van de vijf grote Europese competities worden de spelers in de Premier League het minst vaak met een kaart bestraft. 3,74 kaarten per match, waarvan 0,13 rode. Arsenal loopt het vaakst tegen de kaartlamp, Liverpool (1,04) het minst vaak. In Duitsland doet Dortmund (1,00) het nog een beetje straffer.
In de Belgische competitie (gemiddeld 3,9 kaarten) is KAS Eupen de leider in het kaartenklassement met gemiddeld 0,12 keer rood en 2,46 keer geel. Racing Genk (1,19) is met voorsprong de ‘minst agressieve’ ploeg. Van de top-6 komen de spelers van Antwerp (2,19) het snelst in het boekje. De meeste topploegen zijn onderin het klassement terug te vinden: Anderlecht (1,85), Gent en Charleroi (1,77), Standard (1,73) en Club Brugge (1,62).
Hannes Van Gael